Dissel groep 6
 
(Advertentie)
(Advertentie)
Extra opdracht: Schrijf een 'gebruiksaanwijzinggedicht'

Beroemd

 

Hoe word je beroemd?

Je koopt een pet en een pluim.

De pet zet je op

en de pluim hang je

aan een bal.

 

Koord aan de bal

en via een katrol

naar je hand.

 

O ja, je koopt ook nog

een bootjescarrousel.

 

Je laat kinderen in de bootjes

ronddraaien en jij trekt

aan het koord, op en neer.

Je laat de bal dansen en de pluim,

en de kinderen gillen en gieren

altijd en eeuwig.

 

Wie de pluim lostrekt

mag nog een keer in de boot.

 

Dat doe je achtenveertig jaar.

En dan ga je dood.

Dan komt je foto in de krant.

Remco Ekkers

 

Dit gedicht gaat over een man die echt heeft bestaan! Remco Ekkers schreef het n.a.v. een krantenartikel.

 

Opdracht:

Dit is een gedicht als een gebruiksaanwijzing; het geeft in stappen aan hoe je beroemd wordt.

Jij gaat ook zo'n gedicht schrijven.

Kies een beroemd persoon die jij bewondert. Hoe is hij/zij beroemd geworden? Zoek informatie op over deze persoon en probeer zoveel mogelijk stappen naar beroemdheid te noteren. Gebruik deze stappen voor het schrijven van je gedicht.

Natuurlijk plaats je een foto van jouw beroemdheid bij je gedicht!

Zomer

Hoge duinen

Stappen naar beneden

Ik ren naar zee

Zwemmen

 

Een elfje is een gedicht dat bestaat uit elf woorden. Deze elf woorden staan op vijf regels.

 

Opdracht:

Schrijf een elfje. Je mag zelf bedenken waar het over gaat.

  • Bedenk een onderwerp waarover je een elfje wilt schrijven.
  • Schrijf alles op waar je aan denkt bij dit onderwerp. Gebruik steekwoorden.
  • Begin met regel 1. Voor deze regel kies je één woord: een kleur of eigenschap (lief, hard, zacht, enzovoort).
  • Schrijf regel 2. Beschrijf in twee woorden over wat of wie het elfje gaat.
  • Schrijf regel 3. Deze regel bestaat uit drie woorden. Schrijf minstens één werkwoord op deze regel.
  • Schrijf regel 4: Begin deze regel met 'ik'. Schrijf in deze regel over jezelf in verband met het voorwerp of de persoon.
  • Schrijf regel 5. Sluit af met één krachtig woord dat alle vorige regels 'samenvat'.
  • Lees je elfje een paar keer over. Heb je de beste woorden gebruikt of weet je mooiere, betere woorden? Verbeter je elfje tot je helemaal tevreden bent.
    Typ het over en print het uit.
  • Maak kleine tekeningetjes om je elfje die te maken hebben met het onderwerp van en de woorden in je elfje.

 

Extra opdracht: Schrijf een 'Ik-ben-van... gedicht'

Ik ben van

Een dorpje

In de Achterhoekse natuur

Van fietsen

Van creatief

Van hockey

Van denken en dan doen

Van muziek luisteren

Van muziek maken

Van vrienden

Van broer en zus

Ik ben dat alles en nog meer

(Henk Steen, 13 jaar)

 

Een 'Ik-ben-van... gedicht' gaat echt helemaal over jou! Alles wat bij jou hoort (of waar jij bij hoort) mag in het gedicht. Een 'Ik-ben-van... gedicht' bestaat uit korte zinnen en losse woorden. Het begint met "Ik ben van ..." Daarna volgen regels die beginnen met "van" of "en". Het gedicht eindigt met een slotzin.

 

Opdracht:

Schrijf een 'Ik-ben-van... gedicht'.

  • Begin met een brainstorm: Bedenk zoveel mogelijk dingen die met jou te maken hebben, denk zo breed mogelijk. Je kunt hiervoor de windtunnel gebruiken, als je dat prettig vindt.
  • Begin je gedicht met "Ik ben van"
  • Schrijf in de tweede regel de associatie die het meest met jou te maken heeft.
  • Schrijf daaronder ongeveer 10 dingen onder elkaar. Begin je regels met "van" of "en". Maak de regels niet te lang.
  • Eindig met een spannende slotregel. Bijvoorbeeld: "ik ben dat alles en nog meer" of "ik ben dat alles en niets meer". Leuker is om zelf een spannende slotregel te bedenken!
  • Lees je gedicht een paar keer over. Staan de beste woorden in je gedicht? Is het compleet? Staat er niet teveel? Staan de regels in de juiste volgorde? Als je helemaal tevreden bent, print je je gedicht uit.
  • Teken er een collage achter/omheen met alle dingen die in je gedicht voorkomen.

 

(Advertentie)

Dikke huisjesslak

ook jij beklimt de Fuji

- maar langzaam, langzaam

Issa (1763-1828)

 

Een haiku is een, van oorsprong Japans, natuurgedicht. Een haiku bestaat uit 17 lettergrepen die verdeeld zijn over drie dichtregels:

Regel 1: vijf lettergrepen

Regel 2: zeven lettergrepen

Regel 3: vijf lettergrepen

Een haiku gaat over de natuur (het is immers een natuurgedicht). Het gaat over iets dat je ziet en/of over het gevoel dat je daarbij krijgt.

 

Opdracht:

Schrijf een haiku over jouw lievelingsdier.

  • Bedenk eerst over welk dier jouw haiku moet gaan.
  • Maak een woordspin over dit dier. Beschrijf bewegingen, gedrag, uiterlijk, geur, enzovoort. Gebruik steekwoorden.
  • Zet op een kladblaadje, in drie regels, streepjes waar je de lettergrepen op kunt schrijven.
  • Begin met regel 1. Hierin noem je het dier. Doe dit in vijf letttergrepen.
  • Schrijf regel 2 in zeven lettergrepen en regel 3 in vijf lettergrepen. Omschrijf iets wat je kunt zien aan/van jouw dier of wat jij voelt. Gebruik de woorden uit je woordspin.
  • Lees je haiku een paar keer hardop door. Heb je precies genoeg lettergrepen? Klinkt het mooi? Vertelt het wat je wilt vertellen? Als je helemaal tevreden bent, typ je het over.
  • Zoek of maak een mooie foto van je dier en plaats deze achter je gedicht.

 


(Advertentie)
(Advertentie)

Zomer

Hoge duinen

Stappen naar beneden

Ik ren naar zee

Zwemmen

 

Een elfje is een gedicht dat bestaat uit elf woorden. Deze elf woorden staan op vijf regels.

 

Opdracht:

Schrijf een elfje. Je mag zelf bedenken waar het over gaat.

  • Bedenk een onderwerp waarover je een elfje wilt schrijven.
  • Schrijf alles op waar je aan denkt bij dit onderwerp. Gebruik steekwoorden.
  • Begin met regel 1. Voor deze regel kies je één woord: een kleur of eigenschap (lief, hard, zacht, enzovoort).
  • Schrijf regel 2. Beschrijf in twee woorden over wat of wie het elfje gaat.
  • Schrijf regel 3. Deze regel bestaat uit drie woorden. Schrijf minstens één werkwoord op deze regel.
  • Schrijf regel 4: Begin deze regel met 'ik'. Schrijf in deze regel over jezelf in verband met het voorwerp of de persoon.
  • Schrijf regel 5. Sluit af met één krachtig woord dat alle vorige regels 'samenvat'.
  • Lees je elfje een paar keer over. Heb je de beste woorden gebruikt of weet je mooiere, betere woorden? Verbeter je elfje tot je helemaal tevreden bent.
    Typ het over en print het uit.
  • Maak kleine tekeningetjes om je elfje die te maken hebben met het onderwerp van en de woorden in je elfje.

 

O, was ik maar onze kat

Lekker opgekruld slapen op een kussen

Hij hoeft niet op de fiets door een plensbui

O, was ik toch maar onze kat

Nooit in een stinkend regenpak

En nooit naar school

O, was ik toch maar onze kat

Lekker opgekruld slapen op een kussen

 

Het gedicht hierboven is een rondeel. Een rondeel bestaat uit 8 regels. Twee van deze regels komen een aantal keer terug. Regel 1, 4 en 7 zijn gelijk. Regel 2 en regel 8 zijn ook gelijk aan elkaar.

 

Opdracht:

Schrijf een rondeel:

  • Bedenk een onderwerp: een gewone gebeurtenis die regelmatig in jouw leven voorkomt.
  • Schrijf alles op waar je aan denkt bij deze gebeurtenis. Gebruik korte zinnen.
  • Schrijf de nummers 1 t/m 8 onder elkaar.
  • Schrijf eerst de regels 1, 4 en 7. Dit is de zin die het vaakst voorkomt in het gedicht. Kies hiervoor de zin die jij het belangrijkst vindt.
    Je mag wat woorden in die zin veranderen als je dat wilt.
  • Schrijf nu de regels 2 en 8. Let op: Dit is ook de eindregel, dus die moet pakkend en krachtig zijn. Kies hiervoor een zin die hoort bij de vorige regels.
    Ook hierin mag je kleine veranderingen aanbrengen.
  • Op regel 3, 5 en 6 schrijf je drie verschillende zinnen (of delen van zinnen) die allemaal iets met je onderwerp te maken hebben. Dat kunnen zinnetjes van je kladblaadje zijn, maar misschien bedenk je al doende wel nieuwe stukjes tekst die je beter vindt passen bij wat er al staat.
    Maak de zinnetjes niet te lang.
  • Lees je gedicht over. Verbeter dingen waarover je nog niet tevreden bent. Als je helemaal tevreden bent, typ je het gedicht over en print je het uit.
  • Maak er een passende tekening bij.

 

(Advertentie)